Een smaakvolle en knapperige lekkernij uit het Midden-Oosten! Gemaakt van verse kruiden, kikkererwten en specerijen, biedt deze vegetarische favoriet een perfecte balans tussen hartig en kruidig. Of je ze nu in een pitabroodje stopt met frisse groenten en tahini of als snack serveert, falafel is altijd een heerlijke keuze voor elke gelegenheid!
250 g gedroogde kikkererwten (niet uit blik)
1 ui, grof gesneden
3 teentjes knoflook
1/2 bosje peterselie, fijngehakt
1/2 bosje koriander, fijngehakt
1 theelepel komijn
1 theelepel korianderpoeder
1/2 theelepel cayennepeper (optioneel)
1 theelepel bakpoeder
3 eetlepels bloem (meer als nodig)
Zout en peper naar smaak
Olie om in te frituren
Stap 1
Laat de kikkererwten een nacht in water weken. Giet ze goed af en spoel ze onder koud water.
Stap 2
Doe de kikkererwten, ui, knoflook, peterselie, koriander, komijn, korianderpoeder, cayennepeper, bakpoeder, zout en peper in een keukenmachine. Meng tot een grove massa.
Stap 3
Zet het mengsel 30-60 minuten in de koelkast om het op te stijven.
Stap 4
Maak kleine balletjes of schijfjes van het mengsel met je handen (ongeveer 1 eetlepel per stuk).
Stap 5
Verhit een laag olie in een pan op middelhoog vuur. De olie moet heet zijn, maar niet roken.
Stap 6
Frituur de falafelballetjes in porties 3-4 minuten tot ze goudbruin en krokant zijn. Laat uitlekken op keukenpapier.
Stap 7
Serveer de falafel in een pitabroodje met tahini, groenten en een beetje citroensap.